Algemene economie

Auteur: Dr. R. Schöndorff, drs. J.F.B. Pleus, dr. C.A de Kam 

Vakgebied: Algemene economie

Beschrijving:

Conjunctuur 

=   groeipercentages van de productie/economie volgen een  golvend patroon, doordat de bestedingen toe- en  afnemen in de tijd.

 

Wat kan een bedrijf doen om minder conjunctuurgevoelig te zijn?

- Productdiversificatie (assortiment uitbreiden)
- Geografische diversificatie (meerdere landen)

Taken/functiesvan de collectievesector:

1.Allocatiefunctie

  Overheidoefentinvloeduitop waterin onze  economiewordtgeproduceerd.

2.(Her)verdelingsfuctie

  Overheidmoetervoorzorgendatereen  rechtvaardigeverdelingvan inkomenis.

3.Stabilisatiefunctie

  Overheidstreeftnaareenstabieleeconomische  ontwikkelingàdempenvan de conjunctuurgolven

 

Rol van de overheid:

- Klassieke visie 

- Keynesiaanse visie

 

Bestedingen van bedrijven --> investeringen

3 soorten:

1.Vervangingsinvesteringen
2.Uitbreidingsinvesteringen
3.Voorraadinvesteringen

 

Bedrijfseconomie

Auteur: A.W.W Heezen

Vakgebied: Bedrijfseconomie

Beschrijving:

Uitgaven versus kosten

Definitie kosten: 

  noodzakelijk opgeofferde productiemiddelen uitgedrukt in Euro’s (geld).

Definitie opbrengsten:

  Opbrengsten zijn aan perioden, producten of diensten toegerekende geldontvangsten die verband houden met de verkoop van producten of levering van diensten

 

Resultatenrekening:

-De resultatenrekening geeft het totaaloverzicht van de kosten en opbrengsten over een periode.
- Wordt opgesteld om het resultaat(verlies/winst) over een periode te bepalen
 
Liquiditeitsoverzicht
- Het liquiditeitsoverzicht geeft het totaal overzicht van de ontvangsten en uitgaven
- Wordt opgesteld om de verandering(mutatie) van de liquide middelen te bepalen
 

Fabricage kostprijs:

We nemen de variabele fabricage kosten en de constante kosten per product op in de kostprijs

Formule:

Totale variabele fabricagekosten (Vp)  +  Constante fabricagekosten (Cp)

:

Verwachte productie (Wp)                            Normale productie (Np)

 

Commerciële kostprijs

Bij de fabricage kostprijs tellen we de variabele verkoopkosten en de constante verkoopkosten per product op in de kostprijs:

Formule:

Fabricage kostprijs +                    Totale variabele verkoopkosten (Vv)  +  Constante verkoopkosten (Cv)

:            

                                                          Verwachte afzet (Wv)                                Normale afzet (Nv)

 

AC methode = AbsorptionCosting= integrale methode

Zowel de variabele als de constante kosten worden in de kostprijs opgenomen

 

Belastingrecht

Auteur: mr. G.A.C Aarts MFP

Vakgebied: Recht

Beschrijving:

Loonbelasting is een voorheffing op de Inkomstenbelasting.

Belangrijkste belastingplichtigevoor de Loonbelastingis de werknemer(Art 1 Wet LB).

“Werknemer is de natuurlijke persoon die tot een inhoudingsplichtige in

privaatrechtelijk of publiekrechtelijke dienstbetrekking staat” (Art 2 Wet LB)

 

Wat voor dienstbetrekkingen?

Privaatrechtelijke dienstbetrekking→ Art 7:610 BW (Niet in de belastingbundel!!!)

Drie voorwaarden:
1. Gezagsverhouding (ondergeschiktheid)

2. Persoonlijk verrichten van arbeid

3. Loon

 

Fictieve dienstbetrekking→ Art 3 en 4 Wet LB en Hoofdstuk 2 Uitvoeringsbesluit

 

Waarover moet ik LB betalen?

- Art. 9 Wet LB:  Belastbaar loon = gezamenlijke bedrag aan loon
- Art. 10 Wet LB:   Loon al hetgeen uit (vroegere) dienstbetrekking wordt genoten!
 

Loon in geld, zoals

- Maandloon
- Vakantiegeld

 

Loon in natura, zoals

- Werkkleding
- Auto van de zaak (Art. 13bis LB)

 

Fictief loon

- Gebruikelijk loon voor groot aandeelhouder (Art. 12a Wet LB) – zelf lezen in boek!

 

Vrijwel nooit loonbelasting (wél inkomstenbelasting):

- Fooien (Art. 12 Wet LB)

Inkomstenbelasting:

Eigenlijk drie belastingen in één wet:

- Box 1: Inkomen uit werk en woning (Hoofdstuk 3 Wet IB).
Tarief: progressief. Schijventarief (Art. 2.10 Wet IB)
- Box 2: Inkomen uit aanmerkelijk belang (Hoofdstuk 4 Wet IB).
Aanmerkelijk belang: o.a. aandelenbezit van minstens 5% in een BV/NV.
Tarief: 25% (Art. 2.12 Wet IB)
- Box 3: Inkomen uit sparen en beleggen (Hoofdstuk 5 Wet IB).
Er wordt geacht 4% rendement te zijn behaald (zelfs bij verlies!) van het vermogen op 1 januari minus het heffingsvrije vermogen. Tarief: 30% (Art. 2.13 Wet IB)
 
Soorten ondernemingen:

In IB is de winst belast van (denk terug aan de P2):

- Eenmanszaak
- Vennootschap onder firma (Vof)
  Vof is geen rechtspersoon 
  Vennoten zijn ondernemers
- Commanditaire vennootschap
  Eenmanszaak of Vof PLUS één of meer geldschieters

In VPB belast is de winst van NV of BV.

 

Berekenen te betalen/ontvangen IB

Stappenplan:

1.De verschuldigde IB wordt voor de drie boxen apart uitgerekend
2.Ook hier moeten premies volksverzekeringen betaald worden over het inkomen van de eerste twee schijven. Totale premie: 27,65% --> staat hier inclusief onder de tabel! → Art. 2.10 Wet IB
3.Minus heffingskortingen (=korting op de belastingHEFFING)→ Art. 8.10 lid 2 + Art. 8.11 lid 2 Wet IB
4.Minus voorheffingen*

Voorheffingen zijn:

•Loonbelasting/loonheffing (zie week 1 en 2)
Dividendbelasting (geen theorie over, zal letterlijk worden gegeven)
 
Vrijstellingen:

Sommige resultaten buiten de belasting (vaak andere motieven). De belangrijkste vrijstellingen zijn

- Bosbouwvrijstelling (Art. 3.11 Wet IB)
Voordelen uit bosbouw vaak negatief
- Landbouwvrijstelling (Art. 3.12 Wet IB)
Niet voor waardestijging als gevolg van bestemmingswijziging
- Kwijtscheldingsvrijstelling (Art. 3.13 lid 1 sub a Wet IB)
Kwijtschelding van een zakelijke schuld
- MKB/winstvrijstelling (Art. 3.79a Wet IB)
 

Ondernemersfaciliteiten

1.Willekeurige afschrijving (Art. 3.31 en 3.34 Wet IB)
2.Investeringsaftrek/desinvesteringsbijtelling (Art. 3.40, 3.41, 3.42, 3.42a en 3.47 Wet IB)
3.Fiscale reserves, waaronder de herinvesteringsreserve en de oudedagsreserve (Art. 3.53, 3.54 en 3.67 t/m 3.73 Wet IB)
4.Ondernemersaftrek (Art. 3.74 e.v. Wet IB)
5.MKB-winstvrijstelling (Art. 3.79a Wet IB)
 
2. Investeringsaftrek
- Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (Art. 3.41 Wet IB)
- Energie-investeringsaftrek (Art. 3.42 Wet IB)
- Milieu-investeringsaftrek (Art. 3.42a Wet IB)
 
3. Fiscale reserves
- Kostenegalisatiereserve
- Herinvesteringsreserve
- Fiscale oudedagsreserve (OR) 
 
4. Ondernemersaftrek

Art. 3.74 Wet IB en verder: de verschillende onderdelen uit de ondernemersaftrek

1)Zelfstandigenaftrek (Art. 3.76 Wet IB)
2)Startersaftrek (Art. 3.76 lid 3 Wet IB)
3)Aftrek speur- en ontwikkelingswerk (Art. 3.77 Wet IB)
4)Meewerkaftrek (Art. 3.78 Wet IB)
 
Vermogensvergelijking

Eindbalans – beginbalans

 

-/-   Stortingen

+   Onttrekkingen

+   Beperkt en niet aftrekbare kosten

-/-  Vrijstellingen   

-/-  Ondernemingsfaciliteiten  

-/-  MKB-winstvrijstelling  

 

5. MKB winstvrijstelling 

Artikel 3.79a

Lastenverlichtingà14% van de winst (na vermindering met ondernemersaftrek)!

Waarom ingevoerd? Vanuit het oogpunt van lastenverlichting.

 

Vennootschapsbelasting: 

Belasting op de winst van vennootschappen zoals een BV of NV.
Let op: Uitgekeerde dividend valt bij de aandeelhouder in Box 2 of 3!!!
 

Veelal zijn dezelfde regels als voor een IB-onderneming van belang

→ Schakelbepaling Art. 8 lid 1 Wet VPB

 

- Totaalwinst wordt belast
- Sommige activiteiten vrijgesteld
- Sommige kosten niet of beperkt aftrekbaar
- Regels van Goed Koopmans Gebruik gebruiken
- Bepaalde ondernemingsfaciliteiten (bijv. investeringsaftrek of willekeurige afschrijvingen)

 

En welke tarieven gelden?

Ook een progressief schijventarief → Art. 22 Wet VPB

Eerste € 200.000   20%

Meer dan € 200.000   25%

Omzetbelasting

- Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB) regelt de inning van Btw.
- Verwachtte Btw-opbrengst NL in 2018: 52,8 miljard Euro (!)
- Algemene verbruiksbelasting: belast consumptie van particulieren.
- Indirecte transactiebelasting: Btw wordt na betaling door de consument, door de ondernemer afgedragen aan de fiscus.
- Gebaseerd op de Btw-richtlijn van de EU (Richtlijn 2006/112/EG)
- Aangiftebelasting => periodiek aangifte omzetbelasting doen =>  zie Art. 14 Wet OB
 
Wie moet de btw betalen?
Art. 7 lid 1 Wet OB  “Een ieder die een bedrijf of beroep zelfstandig uitoefent.”
 
2. Welke gebeurtenissen zijn belast met Btw?

Belastbare feiten (artikel 1 Wet OB)

- Levering van goederen in NL (sub a)
- Verrichten van diensten in NL (sub a)
- Invoer van goederen in NL (sub b, c, d)
 
Welk tarief is er van toepassing?
Algemene tarief: 21%

  → Art. 9 lid 1 Wet OB

Verlaagd tarief: 6% (tabel I: p.902)
→ Art. 9 lid 2 sub a Wet OB
Nultarief: 0% (tabel II: p. 905)
→ Art. 9 lid 2 sub b Wet OB

HRM

Auteur: Frank Manders
Vakgebied:
HRM

Beschrijving:

Beroepsbevolking

Potentiële beroepsbevolking:

•Iedereen tussen de 15-67
– Of internationaal: tussen 15-75

 

Potentiële beroepsbevolking (= beroepsgeschikte bevolking)

-

Niet willen werken beroepsbevolking
-

Niet kunnen werken beroepsbevolking

=

Beroepsbevolking

-

Werklozen

=

Werkzame beroepsbevolking

 

Arbeidsmarktparticipatie

Arbeidsmarktparticipatie: deelname op de arbeidsmarkt

•Verschilt naar leeftijd en geslacht
•Werkloosheid verschilt ook per leeftijd
–Vooral onder jongeren daalt bijvoorbeeld de werkloosheid
 
Participatiegraad
•Bruto:
(beroepsbevolking/beroepsgeschikte bevolking)x 100%
•Netto:
(werkzame deel beroepsbevolking/beroepsgeschikte bevolking)x 100%
 
De arbeidsmarkt flexibiliseert
•Soorten flexibele arbeid (volgens Atkinson):
1.Numeriek
a.Arbeidscontract
b.Arbeidsduur
c.Arbeidstijdstip
d.Arbeidslocatie
2.Functioneel
3.Uitbesteding van werk (outsourcing)
4.Flexibel belonen

 

•Life-longemploymentis niet meer van nu
•Stijging zzp’ers
 
Functie- en competentieprofiel
•Naam (titel) en doel functie
•Organisatorische context:
–welk organisatieonderdeel, welke afdeling
(plek in de organisatie)
–wie is de leidinggevende, aan wie geeft de functie evt. leiding (hiërarchische positie)
•Beschrijving van taken, bevoegdheden én verantwoordelijkheden (resultaatgebieden)
•Benodigde competenties
(let op: combinatievan kennis, vaardigheden, houding)

 

Eventueel aangevuld met

•Loopbaanmogelijkheden
•Voorbeelden van specifieke situaties die zich voordoen in de functie
 
Doelgroepanalyse

Doel van een doelgroepanalyse: analyseren en beschrijven(aan de hand van vier segmentatiecriteria) wie je wilt bereiken:

1.Geografisch
•Woonplaats, regio,  bereid te verhuizen
2.Demografisch
•Leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, gezinssamenstelling/-fase
3.Socio-economisch
•Opleidingsniveau, salarisniveau/wensen
4.Lifestyle
•Interesses & hobby’s, mediavoorkeur: online- en leesgedrag, politieke voorkeur, ideeën over geld en sparen
 
Wervingsproces:

Management

Auteur: Reader

Vakgebied: Management

Beschrijving:

Groeimodel van Keuning

7 groeistadia

Stadium 1: Bestaansopbouw
Stadium 2: Overleven
Stadium 3: Succes
Stadium 4: Expansie
Stadium 5: Optimale verhoudingen
Stadium 6: Verstarring
Stadium 7: Nieuwe vormen van groei

Wat is een groeifase?

De groei (evolutie) binnen een stadium

Elke groeifase (evolutie) wordt afgesloten met een revolutie

Stadium1

Bestaansopbouw

Acquisitie, nieuwe klanten, eigenaar is het bedrijf

Stadium 2

Overleven

Balans inkomsten versus uitgaven

Stadium 3

Succes

Handhaven of uitbreiden?

Stadium 4

Expansie

Uitbreiden, liquiditeit zoeken

Stadium 5

Optimale verhoudingen

Veel planning en processen

Stadium 6

Verstarring

Risicovermijding

Stadium 7

Nieuwe vormen van groei

- Fuseren, overnemen, samenwerken

- Reorganisatie, verplatting

- Opsplitsing, buy-out

- Intrapreneurschap

 

Het driefasenmodel (Lewin)

1. Unfreezing: het losweken uit de bestaande toestand

2. Moving: de overgang naar de nieuwe toestand

3. Freezing: de vastlegging van de nieuwe situatie

Veranderingsstrategieën van Ezerman:

Informatiemanagement

Auteur: Jan Snijders, Jan-Carel Bast

Vakgebied: Informatiemanagement

Beschrijving:

“Het vakgebied waarin de rol van informatie, van de informatievoorzieningen van informatie en communicatietechnologie binnen en tussen organisaties wordt onderzocht.”

Informatievoorziening:

“Het systematisch verzamelen, vastleggen, bewaren en verwerken van gegevens gericht op het verstrekken van informatie voor de uitvoering van activiteiten, besturing, besluitvorming en het realiseren van de organisatiedoelen”

Gestructureerd
–Cijfers
–Codes
 
–Makkelijk te verwerken
 
•Ongestructureerd
–Foto’s
–Documenten
 
–Moeilijk te verwerken
 
Model informatievoorziening:

Informatiebeveiliging:

•Bedreigingen
–Misbruik
–Calamiteiten
 
•Mogelijke gevolgen(bijvoorbeeld webshop)
–Webshopnietbereikbaar, dus…
–Onjuistebankrekeningleverancier, dus….
–Ordersverdwijnenuithet systeem, dus….
–Klantgegevenswordenmisbruiktdoor concurrent, dus…
–Verzendingvan orders vertraagd, dus….
 
Maatregelen:
Misbruik
•Geprogrammeerd
–Toegang& autorisatie
–Encryptie& audit trail
•Fysiek
•Organisatorisch
 
Calamiteiten:
•Antivirus programma’s
•Back-up and restore
•Uitwijk
•Beveiligingsplan
 
3 Soorten beheer:
•Functioneel beheer
–Zorgen dat gebruikers doelmatig en doeltreffend met het systeem kunnen werken
–Bedenken hoe het systeem kan worden aangepast aan veranderende omstandigheden
•Applicatiebeheer
–Aanpassen van de software in gebruiks- en beheerfase
•Technisch beheer
–Zorgen dat de techniek (ICT) goed blijft werken
 
Het BiSL Framework:

Besturingsmodel voor aansturing operationele processen: