Bedrijfseconomie

Auteur; A.W.W Heezen

Vakgebied: Bedrijfseconomie

Beschrijving;

De balans nader beschouwd:

Vaste activa:

  •    Materiële vaste activa: De bezittingen van het bedrijf die voor een periode van een jaar of langer zijn vastgelegd behoren tot   de materiële vaste activa. 
  •    Immateriële vaste activa: Zijn vaste activa die niet tastbaar zijn. Immateriële vaste activa spelen wel een rol in het financiële proces maar nooit in het fysieke bedrijfsproces. Alleen wanneer immateriële vaste activa een objectief bepaalbare waarde hebben, kunnen ze worden opgenomen op de balans.
  •    Financiële vaste activa: Vaste activa die bestaan uit kapitaalgoederen, zoals deelnemingen in andere maatschappijen, aandelen en andere financiële vorderingen. Deze zijn bedoeld om zo mogelijk invloed uit te oefen in andere bedrijven. 

 

Soorten aandelen:

  • Gewone aandelen: zeggenschap en dividend
  • Preferente aandelen: bijzondere rechten
  • Prioriteitsaandelen: meer zeggenschap, soort preferent aandeel.

 

Nominale waarde

Waarde zoals die op het aandeel staat à op balans als aandelenkapitaal

Intrinsieke waarde

Waarde van het eigen vermogen van een onderneming per geplaatst aandeel

Rentabiliteitswaarde

Gebaseerd op de contante waarde van de toekomstige geldstromen
Beurswaarde
Wordt bepaald door vraag en aanbod (de beurskoers)

 

Voorbeeld:

Winstverdeling

Winst voor VPB (vennootschapsbelasting)

VPB

------------------------------------------------------------------------------

Winst na vpb                                            

Dividend (primair dividend)

------------------------------------------------------------------------------

Overwinst

*  Dividend (secundair dividend)

* Tantièmes

* Reserve

 

Kengetallen

nREV = winst na belasting / gemiddelde eigen vermogen

n

nKVV = rentekosten / gemiddelde vreemd vermogen
(KVV=RVV)

nRTV = EBIT / gemiddelde totale vermogen

Brutowinstmarge = EBIT / omzet (excl. BTW)

Hefboomfactor:

nREVvb = RTV + (RTV – KVV) x VV/EV

REVnb = (1-f) x (RTV + (RTV – KVV) x VV/EV)

 

Liquiditeit

nCurrent ratio = Vlottende Activa / Vreemd Vermogen Kort

Quick ratio = Vlottende Activa – Voorraden / Vreemd Vermogen Kort

 

Solvabiliteit:

nSolvabiliteitspercentage = EV / TV x 100%

nDebt ratio = VV / TV x 100%

OF: EV/VV x 100%

 

Activiteitskengetallen:

Voorraad:

- Omloopsnelheid van de voorraad

- Opslagduur van de voorraad

 

Debiteuren:

- Gemiddelde krediettermijn debiteuren

 

Crediteuren:

- Gemiddelde krediettermijn crediteuren

 

Omzet:

- Omloopsnelheid van het totale vermogen

 

Relevantie/Te gebruiken voor:

  • Balans opstellen
  • Winstverdeling berekenen
  • Kengetallen berekenen
  • Hefboomfactor, liquiditeit, solvabiliteit berekenen

HRM

Auteur: Frank Manders

Vakgebied: HRM

Beschrijving:

HR-Instrumenten:

Fombrunmodel

HRM; door wie?

  • Het topmanagement is verantwoordelijk voor het HR-beleid/personeelsbeleid
  • De HR-manager/personeelsmanager/afdeling HRM/P&O heeft een ondersteunende en (beleids)adviserende rol
  • De lijnmanager zorgt voor de daadwerkelijke uitvoering van het HR-beleid/personeelsbeleid met behulp van instrumenten

 

Het succes van het oppakken van HR-taken door de lijnmanagers hangt af van:

  • Bereidwilligheid om de HR-taken uit te voeren (desire)
  • Tijd en middelen (capacity)
  • Kennis en vaardigheden om de HR-taken uit te voeren (competencies)
  • Ondersteuning door HR-afdeling/specialisten (support)
  • Beleid en procedures (policies & procedures)

 

Employer branding:

Branding is het neerzetten van een merk, bijvoorbeeld van een bedrijf of een product

Doelen;

1.Door (potentiële) werknemers gezien worden als gewilde werkgever

2.Werknemers ‘blij’ en ‘trots’ maken dat ze bij het bedrijf werken

3.Huidige goede werknemers behouden

4.Betrokkenheid bij de organisatie kweken

5.Positief imago op de arbeidsmarkt creëren

Personeelsplanning:

Drie niveaus:

1.Strategische personeelsplanning (SPP)

2.Tactische personeelsplanning

3.Operationele personeelsplanning

 

Soorten flexibele arbeid (volgens Atkinson):

1.Numeriek

a.Arbeidscontract

b.Arbeidsduur

c.Arbeidstijdstip

d.Arbeidslocatie

2.Functioneel

3.Uitbesteding van werk

4.Flexibel belone

 

 

 

Competenties en kernwaarden:

Soorten arbeidsvoorwaarden:

  • Primair: loon, salaris en vakantietoeslag
  • Secundair: alle andere toeslagen, vaste en variabele regelingen

–13e maand, winstdeling, ploegentoeslag, prestatietoeslag, reiskostenvergoeding, lease-auto, pensioenregeling etc. etc.

  • Tertiair: immaterieel, organisatiespecifiek, gericht op het welzijn van de medewerker

–studiereizen, kerstpakket, sport- en fitnessfaciliteiten etc. etc.

 

Bij tevredenheid en motivatie over werk spelen vier factoren een rol / 4 A's:

1.Arbeidsvoorwaarden; werktijden, vakantiedagen, loon, auto van de zaak, opleiding, etc. etc.

2.Arbeidsinhoud; wat doe je?

3.Arbeidsomstandigheden; inrichting werkplek, temperatuur, lawaai, intimidatie/pestgedrag, gevaarlijke stoffen etc.

4.Arbeidsverhoudingen; relatie met collega’s en leidinggevende

 

Relevantie/Te gebruiken voor:

  1. in-, door- en uitstroom toepassen
  2. Fombrunmodel kunnen toepassen
  3. HR-verantwoordelijkheden voor een lijnmanager in kaart brengen
  4. 4 A's kunnen toepassen
  5. Soorten arbeidsvoorwaarden bepalen
  6. Weten wat employer branding inhoudt en dit kunnen uitleggen aan organisaties waarom dit voor hen van belang is in het kader van goed werkgeverschap

 

Marketing

Auteur: Philip Kotler

Vakgebied: Marketing

Beschrijving;

Definitie marketing;

Sociaal en managementproces waarin individuen en groepen verkrijgen waaraan zij behoefte hebben en wat zij wensen,

 producten en waarde te creëren en deze met anderen uit wisselen.

 

Marketingtaak;

 

Marketingmix – de 4 P’s:

Product

Promotie --> hoe krijg je te weten dat de product het beste is

Prijs

Plaats --> distributie

 

Marketingomgeving

Interne analyse;

  • Gericht op Micro omgeving
  • Onderzoekt de situatie binnen het eigen bedrijf
  • Brengt sterkten en zwakten van een bedrijf in kaart

 

Externe analyse;

  • Gericht op de Meso en de Macro omgeving
  • Onderzoekt TOEKOMSTIGE trends/ontwikkelingen die buiten de onderneming liggen.
  • Brengt kansen en bedreigingen van een bedrijf in kaart

Meso:

- ABCDE-Analyse

- Krachtenmodel van Porter

Macro:

- DESTEP

SWOT-analyse

  • inzicht in de situatie van de onderneming en de omgeving waarin zij acteert
  • Vanuit perspectief van de klant
  • In vergelijking met de concurrentie
  • SWOT is basis nieuwe doelstellingen, strategische keuzes en acties

SFA-Matrix

Suitable  Past het?

- binnen (strategisch) beleid

Feasible  Kan het?

- Financieel

- Organisatorisch

- Economisch

- Technologisch

- Sociaal

- Juridisch

- Ecologisch

 Acceptable  Wordt het geaccepteerd?

 -Gedragen en borgen door interne en externe partners

 

Merkstrategie:

Communicatiemiddelen:

Relevantie/Te gebruiken voor;

  • 4/6 P's toepassen
  • Met behulp van het model van Abell een markt definiëren
  • De micro- meso- en macro-omgeving van een bedrijf beschrijven
  • ABCDE-Analyse en DESTEP toepassen
  • SWOT-Analyse inzetten
  • Weten welke communicatiemiddel je kunt toepassen

Management: inleiding II

Auteur: Dhr. A. Weber, dhr. A. Doelen

Vakgebied: Management

Beschrijving;

7S-model

Strategie:

Bij het bepalen van een strategie, zal je eerst een keuze moeten maken wat de basis van de onderneming is.

Volgens Treacy & Wiersema bestaan er 3 waardedisciplines:

Lijn-staforganisatie:

Interne differentiatie;

F-Indeling

Interne specialisatie;

P-indeling

M-indeling

G-indeling

Verschillende managementstijlen;

  • Autocratisch / Autoritair (1, 2)
  • Consulterend (3, 4 en 5)
  • Participatief (6, 7)

Flowchart:

ERP:

Een ERP-systeem is een standaard softwarepakket met een zeer sterk geïntegreerde functionaliteit, die zich uitstrekt over alle bedrijfsprocessen van   een organisatie. Het systeem gebruikt       een centrale database.

3 P''s;

In Nederland ook wel genoemd:

Duurzaam Ondernemen

In Engelstalige landen ook wel genoemd:

Sustainability

Meestal gaat het begrip gepaard

met de 3 P’s

Relevantie/Te gebruiken voor:

  • Het 7S-model toepassen
  • Ondernemingsstrategie herkennen
  • Typen organisatiestelsel herkennen
  • Flowchart kunnen maken
  • ERP-systeem begrijpen en toepassen
  • 3 P's toepassen

Recht: Overeenkomsten- en rechtspersonenrecht

Auteur: Lydia Janssen

Vakgebied: Recht

Beschrijving:

Onderscheid BV-NV:

Concernrecht:

  • Groep (of concern): economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch zijn verbonden
  • Aan het hoofd van de groep staat de moedermaatschappij
  • Moedermaatschappij neemt deel in kapitaal van tenmiste een dochtermaatschappij
  • Moedermaatschappij heeft zeggenschap binnen de groep (over de dochtermaatschappijen)

VB. Groep concern

Rechtsmiddelen bij niet-nakomen:

  • Schadevergoeding
  • Nakoming eisen
  • Opschorten eigen verplichting
  • Ontbinden overeenkomst

Toerekenbaarheid: Wanprestatie of overmacht

Drie vereisten voor een overdracht:

  • Geldige titel
  • Beschikkingsbevoegdheid
  • Levering

 

Bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid:

  • Feitelijke overgave
  • Tegenprestatie
  • Goede trouw

 

Relevantie/Te gebruiken voor:

  • Verschillen tussen een NV en BV weten
  • Aan de hand van een eenvoudige casus beschrijven wat de juridische rechtspositie van partijen is op het gebied van het overeenkomstenrecht.
  • Rechtsmiddelen bij niet-nakomen toepassen
  • Drie vereisten voor een overdracht kunnen bepalen
  • Bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid toepassen